Voor elke ingebouwde CIPP-liner behoren de driepuntsbuigproef voor het bepalen van de E-modulus en buigspanning, evenals de dichtheidsproef van het laminaat tot de minimale set van keuringen in het laboratorium.
In de ZTV-materiaalkeuring van CIPP-liners zijn verdere keuringen gedefinieerd. Daarmee kan de kwaliteit van CIPP-liners nog nauwkeuriger worden bepaald.
Bovendien worden de statisch dragende wanddikte en de totale wanddikte van de CIPP-liner bepaald, waarvoor de specificaties in de statische berekening en de bouwovereenkomst zijn vastgelegd.
De gewenste specificaties voor de mechanische karakteristieken „E-modulus“ en „buigspanning“ staan vermeld in de algemene bouwtoezichthoudende goedkeuringen van de CIPP-liner methode (kortweg: DIBt-goedkeuring).
Een overzicht van de door de bouwtoezichthouder goedgekeurde CIPP-liner methoden, met opgave van de materiaaleigenschappen, staat in de bijlage van de ZTV materiaalkeuring CIPP-liners.
Tegenwoordig wordt de initiële ringstijfheidsproef meestal bij liners voor huisaansluitingen of CIPP-liners met een kleine nominale wijdte (DN 150 en kleiner) uitgevoerd, omdat het verwijderen van een compleet buisgedeelte hier vaak mogelijk is.
Als alternatief kan een DSC-analyse op kleine proefstukken (met epoxyhars) worden uitgevoerd, om in plaats van de mechanische karakteristieken in ieder geval de uitharding van de hars te controleren (zie hieronder).
Onder een constante belasting wordt de vervorming van een CIPP-liner na verloop van tijd groter. Dit noemt men kruipgedrag.
In de statische berekening van een CIPP-liner houdt men hier rekening mee door de lange-termijn eigenschappen voor de E-modulus en de buigspanning bij breuk erbij te betrekken. Deze kunnen uit de korte-termijnwaarden van de driepuntsbuigproef door middel van de zogenaamde reductiefactor worden bepaald, die in het DiBt-goedkeuring is aangegeven.
Met de keuring van de 24-uurs kruipneiging wordt door de belasting van een CIPP-liner proefstuk, gedurende 24 uur, gecontroleerd of de CIPP-liner beschikt over het verwachte lange-termijngedrag.
Bovendien wordt de uitharding van de CIPP-liner indirect gecontroleerd, omdat een niet volledig uitgehard CIPP-liner proefstuk ook niet aan de grenswaarden voor de 24-uurs kruipneiging kan voldoen.
De gewenste specificaties hiervoor staan vermeld in de desbetreffende DIBt-goedkeuringen.
Het gehalte aan vrije styreen wordt na extractie met dichloormethaan in een gaschromatograaf bepaald (DIN 53394-2).
In twee verhittingsverlopen worden de glasovergangstemperaturen TG1 en TG2 (°C) bepaald. Bovendien wordt de enthalpie (J/g) aangegeven.
De DSC-analyse wordt vooral gebruikt bij liners voor huisaansluitingen, als er geen proefstukken op de bouwplaats kunnen worden afgenomen voor het uitvoeren van mechanische tests.
Hiervoor wordt het IR-spectrum van het proefstuk vergeleken met een referentiespectrum overeenkomstig de DIBt-goedkeuring (ASTM 5576).
Elke aanbieder van CIPP-liners moet voor haar goedgekeurde harssysteem overeenkomstig de DIBt-goedkeuring een referentieproefstuk aan het met het onderzoek belaste laboratorium verstrekken.
De soortelijke massa (dichtheid) van een CIPP-liner proefstuk is in de DIBt-goedkeuring vastgelegd.
Dit formulier a.u.b. meesturen wanneer u ons uw proefstukken toestuurt.
Hierdoor kan zeker worden gesteld dat uw proefstukken eenduidig bij de desbetreffende riooldelen of renovatielocaties horen.
Vul voor elk proefstuk a.u.b. een apart proefstukidentificatieformulier in!
Proefstukidentificatieformulier voor CIPP-liners
Standaardkeuringen of meer uitgebreide keuringen?
Wij maken een offerte op maat, precies zoals u nodig heeft.
Daarmee zorgt u dat de kwaliteit op uw bouwplaats in orde is.
Offerte-aanvraag voor CIPP-liners
Contact:
IKT Nederland
Kantoorgebouw "De Enk"
Tivolilaan 205
6824 BV Arnhem
T: +31 (0) 26-84545 60
E: info@ikt-nederland.nl
www.ikt-nederland.nl
www.facebook.com/IKT.Nederland
www.linkedin.com/company/ikt-nederland